Dit verhaal is voortgekomen uit getuigenissen van overlevenden.
de duitsers komen onze stad binnen, en beginnen alle joden op te halen uit de stad, ook ons.
een paar dagen later staan we op het station, met honderduizenden joden.
als we met zijn 100en in een kleine wagon worden gepropt, tot we allemaal tegen elkaar aan staan komt er een SS'er binnen, wij moeten messen e.d. inleveren, als iemand weigert wordt hij geslagen en geschopt. ik wordt bang en geef mijn zakmes.
nadat alle wagons gecontroleerd zijn gaan we op weg.
het is erg benouwd in de wagon, er zijn 2 kleine luchtgaten voor in de hoeken in het plafond, en er komt wat frisse lucht door de kier van de deur.
als na een paar uur rijden iemand sterft door te weinig lucht omdat het veel te druk is raken sommigen in paniek, en in het volgende station waar we stilstaan roepen we een soldaat, deze doet de deur open: "Was ist los? ruhe, schweinehunde" ik leg in gebrekkig duits uit dat we een dode hebben. en we moeten hem doorgeven.
als de trein weer vertrekt weten we dat deze reis erg lang gaat worden,
er komt geen frisse lucht meer naar binnen door de luchtgaten. omdat de lucht in de wagon veel te bedompt is.
er zakken steeds meer mensen in elkaar, en sommigen raken in paniek, er ontstaat een vechtpartij in de wagon omdat iedereen hysterisch wordt.
na een stuk of 4 uur leven er nog 28 van ons.
we proberen te slapen, maar de geur van lijken en braaksel houdt ons grotendeels wakker.
de volgende dag besluiten we de doden voorin de trein te leggen.
als we eindelijk klaar zijn vallen er 2 door uitputting neer, om nooit meer op te staan.